Dendermondse School
Vanaf 1862 kwamen de voornaamste schilders uit de Kalmthoutse School zich langs de Scheldeboorden van de omgeving van Dendermonde vestigen. Vooral het kunstenaarsdorp Vlassenbroek was trekpleister en geboortedorp van de Dendermondse School.
Het waren Isidore Meyers, Adriaan Jozef Heymans, Théodore Baron, Jacques Rosseels en Florent Crabeels die er de kunst van de Grijze School (Kalmthoutse School) kwamen bevestigen.
De bekende Vlaamse luminist baron Franz Courtens kreeg er zijn eerste academische opleiding van Isidore Meyers en Jacques Rosseels, terwijl de Gentse schilder-etser Albert Baertsoen, tussen 1885 en 1888, ook in de buurt van Dendermonde verbleef en er de invloed van voorgenoemden onderging.
Er dient opgemerkt, dat kunsthistoricus Jean-Pierre De Bruyn, in zijn werk De Dendermondse Schildersschool, de kunstenaarsdynastie Verhas erkent als oorspronkelijke kernfiguren van de Dendermondse School, terwijl ze als Grijze School eerder de voortzetting was van de Kalmthoutse School. Algemeen wordt Jan Verhas als stichter van de Dendermondse School gezien.
Tot deze school behoren onder anderen Pieter Gorus (1881-1941), Leo Spanoghe (1874-1955), Jan Maes (1876-1974), Herman Broeckaert (1878-1930), Franz Callebaut (1856-1930) en vele anderen.
Het herkennen van de stijl van de Dendermondse School zit hem in het weergeven van de essentie. Niet vreemd is de melancholische stemming. Deze stemmingen zitten in het coloriet en de (dikkere) verflagen. Dit schept een sfeer van verinnerlijking.