In memoriam Etienne Bouqué

06-02-2021

,

Op 29 september 2020 overleed Etienne Bouqué        geboren op 3 november 1934.

Hij was ondervoorzitter sinds het ontstaan van onze Heemkundige Kring en eind 2001 nam hij ook de eindredactie voor zijn rekening.

In 2014 verlaat hij het bestuur, Robert Audenaert neemt zijn taak als ondervoorzitter over en ikzelf die van eindredactrice.

Pastoor Maarten las tijdens de begrafenis twee teksten voor. De eerste is door Etienne zelf geschreven en stond in zijn wilsbeschikking, de tweede is door een van zijn familieleden, nl. Geert Verlinde, geschreven.

ETIENNE

"Een boeiend en bewogen leven is voleindigd.                                                      De lamp is gedoofd, de wetenschapper en vorser is zijn eeuwige rust begonnen.

Zijn rusteloze en zoekende geest bewoog zich in de wereld van de wetenschap. Studie en onderzoek boeiden hem. Met zijn schrandere geest tastte hij de grens af van de wetenschap die hem dierbaar was.

Hij was begeesterd door zijn werk. Het was zijn vreugde en drijfveer van zijn bestaan. Hij kon heel eenvoudig zijn in de omgang met mensen, die een rijkdom bezaten aan gezegden, humor en volkswijsheid.

Onuitgesproken lag zijn laatste wens bij God. Niet de God van de filosofie, maar de God die leeft, die met deze wereld en zijn mensen begaan is, die diepste grond van alle dingen."

GEERT VERLINDE

De eerste ontmoeting met Etienne die mijn broer en ik ons herinneren moet ergens van begin jaren '70 zijn. Etienne woonde toen nog samen met zijn moeder in een rijhuis in het centrum van Overmere. Voor de kleine mannen die wij toen waren was de rit van Sint-Amandsberg naar Overmere een hele reis. De watertoren van Laame verdeelde de trip mooi in twee. Dit zou later ons baken zijn, we waren halfweg naar 'Meneer Bouqué'.

Jaren later, Etienne was toen al verhuisd naar een villa wat verderop, gebeurde het dat mijn broer en ik een weekend bij hem verbleven. We maakten wandelingen in de omgeving terwijl Etienne ons vertelde over 'De Boerenkrijg'.

Een korte carrièreswitch van wiskunde- naar geschiedenisleraar was voor Etienne geen enkel probleem. Verhalen over 'De Bende van Jan de Lichte' en andere duistere figuren die onze contreien onveilig maakten volgden elkaar op en prikkelden onze fantasie.

Terug in de villa volgde het hoogtepunt van het weekend. Vanop de trap aan de achterdeur mochten we met het loodjesgeweer op lege conservenblikken schieten die enkele meters verder bovenop de pergola stonden. Met 'De Bende van Jan de Lichte' en ander gespuis vers in het geheugen werd er geen schot gemist.

Het is bij een beperkt aantal weekends gebleven. Wij werden groter en de logeerkamer bij Etienne steeds kleiner. Het grote logeerbed moest er al snel plaatsmaken voor extra kasten, tafels en dozen om de lichtjes uit de hand gelopen wielersportverzameling in onder te brengen.

We zagen elkaar wel nog wekelijks op vrijdagavond bij ons ouders thuis. Dat was zijn laatste post op een vrijdag die steevast begon met de rommelmarkt aan Sint-Jacobs. Met Etienne aan tafel was er steeds animo. Hij was graag aan het woord en over zowat elk onderwerp kon hij meepraten. Een discussie opstarten deed hij met plezier, van gedacht veranderen was iets moeilijker.

Met Bieke, die ook in het onderwijs staat en Nederlands geeft, had hij geanimeerde gesprekken over de kunst van het lesgeven en over taal. Twee van zijn stokpaardjes.

Ergens op het einde van mijn opleiding aan Sint-Lucas in Gent had ik deelgenomen aan de 'Willy Vandersteenprijs', een groots opgezette stripwedstrijd. Ik ontving een uitnodiging voor de prijsuitreiking in Brussel en Etienne stelde voor om mee te gaan. Na het officiële gedeelte volgde nog een receptie.

Ergens tussen al dat volk stond de meester zelf; Willy Vandersteen, omringd door een heel gezelschap. Ik stond wat doelloos rond te schuifelen, maar binnen enkele tellen stond Etienne in de buurt bij Vandersteen en nog minder tellen later had hij met hem een gesprek aangeknoopt. Typisch Etienne. Wit of zwart, groot of klein, rijk of arm, Etienne begon met iedereen te praten. Na de receptie zijn we nog ergens gaan eten en bezochten we nog een fototentoonstelling over Jacques Brel, Ook typisch Etienne, 'take the long way home'. Zo werd het toch een mooie dag, want een prijs had ik niet gewonnen.

De gezinnen van mij en mijn broer werden groter, onze ouders wat ouder en stillaan doofden de wekelijkse samenkomsten uit. In de jaren die volgden, zagen we elkaar nog maar sporadisch.

Toen de gezondheid van Etienne een tijd geleden achteruit begon te gaan, werden de contacten noodgedwongen weer regelmatiger. Hij werd steeds slechter te been en moest uiteindelijk loslaten wat hij het liefste deed, de deur uitgaan en onderweg zijn naar mensen en activiteiten.

Dankzij Rita, die hem in die jaren zo trouw heeft verzorgd, is hij tot de laatste dag thuis kunnen blijven omringd door zijn geliefde spullen.

Als ik in de toekomst nog naar Overmere rij en ik zie de watertoren, dan weet ik dat ik halfweg ben. Halfweg naar 'de herinnering aan Meneer Bouqué'.

Ann Helderweirdt